Geschiedenis

In de 17de eeuw werd er over de hele wereld handel gedreven. De Verenigde Oost-Indische Compagnie zorgde ervoor dat er talloze producten vanuit het Oosten Europa bereikten. Veel scheepslieden vielen, door een tekort aan vitaminen, ten prooi aan scheurbuik. Om dergelijke situaties in de toekomst te vermijden, werd er gezocht naar een plek waar bemanningsleden nieuwe voorraden konden inslaan en gewonden konden verzorgen.

Die plek vond men aan de Kaap de Goede Hoop, het huidige Zuid-Afrika. Op 24 december 1651 werden er drie schepen richting de Kaap gestuurd onder leiding van Jan Van Riebeeck. 6 april van het volgende jaar was de dag waarop ze aanmeerden. Aan boord van  die schepen bevonden zich 147 Nederlanders, (onder wie 24 personen uit het huidige Vlaanderen) 82 Duitsers en 25 Scandinaviërs.  De plaatselijke bevolking bestond uit hottentoten en bosjesmannen. (Koi en San). Deze mensen werden niet echt als slaven gebuikt om zware arbeid te verrichten, maar eerder werden ze ingezet om als kindermeisje te dienen. De plaatselijke bevolking werd te vriend gehouden om handel met hen te kunnen drijven.

Op 21 februari 1657 mochten de eerste kolonisten de Verenigde Oost-Indische Compagnie al verlaten om er zich aan de Kaap te vestigen. Men zag toen veel voordelen in een permanente nederzetting. Voor het zware werk werden slaven vanuit Oost- en West- Afrika ingevoerd. De VOC stond erop dat er enkel Nederlands gesproken werd met de slaven en de autochtone bevolking. Men wilde zo het Nederlandse karakter aan de kaap bewaren. Toch glipten er andere talen tussen de mazen van het net. Zo kon je er ook terecht met het Portugees en Maleis.

Door de invloeden van andere talen op het toenmalige Nederlands veranderde dat Nederlands ook beetje bij beetje. Het Afrikaans was geboren.

In 1685 werd in Frankrijk het Edict van Nantes herroepen: de Franse Hugenoten werden vrijgelaten en hele families trokken daaropvolgend naar de Kaap. Daar aangekomen werden de Franstalige families van elkaar afgezonderd en er op percelen grond tussen de Nederlanders geplaatst om het Nederlandse karakter te vrijwaren. Met succes, zo bleek, want na één generatie was het Frans al uitgestorven.

Toch heeft die taal enkele sporen nagelaten. Er zijn heel wat Franse achternamen bewaard gebleven: Le Roux, Joubert, Du Toit… Ook heel wat wijnboerderijen dragen nog een Franse naam.

In 1866 werden er Nederlandse weesmeisjes naar de kaap gestuurd om het tekort aan vrouwen op te vangen.  De meeste kolonisten bleven in de Kaap (Kaapstad) hangen; het binnenland was in die tijd uiterst dun bevolkt. In 1780 werden de volgende getallen opgetekend: 10.500 vrijburgers, 2000 VOC-dienaren en 17.000 slaven, aangevuld met de oorspronkelijke bewoners: Koi en San.

Lange tijd heeft men nog alle boodschappen opgeschreven in het Nederlands en dat terwijl het Afrikaans het eigenlijk al van het Nederlands had overgenomen. Pas aan het begin van de twintigste eeuw begon men ook met het schrijven van Afrikaanse teksten. In 1927 werd het Afrikaans uiteindelijk samen met het Engels erkend als een van de twee officiële landstalen. Sinds 1994 zijn dat er elf.

Door de intense contacten met andere talen (ook Duits en Scandinavisch), culturen en de verre afstand van het moederland ontstond er een vereenvoudigde taal: het Afrikaans. De Hottentotten leerden al snel ‘Nederlands’ en lieten er ook wat woorden van hun taal insluipen, op die manier gebeurde dat ook met het Portugees en het Maleis. Vandaar dat er in het Afrikaans ook woorden terug te vinden zijn waar Nederlandstaligen niet veel meer uit kunnen opmaken. Enkele voorbeelden: baie (veel), sambreel (paraplu), piesang. (banaan).

Ook nu nog is Zuid-Afrika een mengeling van talen en culturen. Nelson Mandela verwoordde het als: ‘the rainbow nation.’ Wie tegenwoordig door Zuid-Afrika trekt zal er Moslims, indiërs, Afrikanen, Engelsen, Duitsers en verschillende Zwart-Afrikanen vinden die elk hun eigen taal spreken.

Het Afrikaans is de jongste taal ter wereld en is nog in volle ontwikkeling.  Sommige gebruiken en woorden die deze generatie nog toepast, zullen, makkelijker als in een andere taal, niet meer door de volgende generatie gebruikt worden. Dit om aan te tonen dat het Afrikaans nog aan stevige verandering onderhevig is.

Bron: Bobbejane of bavianen, Afrikaans versus Nederlands  Yvette Stoops.